Jullie wisten natuurlijk al dat wij ons vorige week donderdag zouden verplaatsen naar Rouffignac in Frankrijk.
Toen we op de ons geselecteerde camping aankwamen begrepen we eerst dat er geen plek zou zijn maar gelukkig was dat niet zo. De camping is namelijk gelegen aan beide zijden van de weg en slecht 1 gedeelte was reeds gesloten aangezien op 1 oktober hun campingseizoen stopt. Op het andere gedeelte was wel plek en we moesten zelf maar kijken waar we gingen staan. We kozen voor een plekje met een verschrikkelijk mooi uitzicht. Wij stonden precies aan de rand van een vallei en aan de andere kant keken we op het plaatsje Rauffignac zelf. Om op dat plek te komen was het wel even behoorlijk manouvreren. Vanaf de weg ging het vrij stijl omlaag over gemalen steenslag. Ik moest naar rechts draaien om vervolgens achteruit terug te gaan en dan beetje zich/zagend vervolgens haaks op iets lager gelegen gras te kunnen staan. Wel mooi vlak. Ondanks dat de plek ons zeer beviel zou dit nog een en ander opleveren bij vertrek maar daarover later meer. Naast ons stonden er alleen nog een Engels een Frans en een Duits stel.
We kozen ervoor om ’s middags naar de grot van Rouffignac te gaan (slechts op 8 km) en ’s morgens eerst een supermarkt aan te doen. Leuk feitje deed zich voor toen we gereed stonden om onze spullen op de band te zetten en er een man aankwam met slecht 2 dingen. We maakte duidelijk dat hij voor mocht gaan met merci als reactie. Toen hij ons hoorde praten zei hij in onvervalst Nederlands dat wij heel vriendelijk waren om hem voor te laten gaan. Hij bleek hier al jaren te wonen.
Na een broodje gegeten te hebben dus naar de grot. Hele mooie ingang maar we zijn veel te vroeg (13.15 uur) het gaat pas om 14.00 uur open. Tegen die tijd is er een volle schoolbus gearriveerd en buiten ons nog een koppel. Met 2 verschillende treintjes onder leiding van een gids gaan we het donker in. Moeilijk te beschrijven hoe indrukwekkend de grot is, hoe zoiets ooit is kunnen ontstaan en hoe hele verre voorouders tekeningen in de rotsen achter hebben kunnen laten. Zeer de moeite waard.
Na dit bezoek via schilderachtige weggetjes een rondrit ingepland waarbij we soms onder ver overhangende rotspartijen doorreden. In de buurt van het plaatsje Tursac naar Site de la Madeleine gegaan wat een verlaten “dorpje” is van grotbewoners (tot eind 19e eeuw). Eerlijk is eerlijk de site doet meer vermoeden dan we het in het echt vonden. Deed hier en daar wat “gemaakt” aan.
Dan het vertrek op zaterdag. We hadden al een vermoeden dat dat problemen op zou kunnen leveren.
Wegrijden vanuit het natte gras met meteen een flinke rug op die links aanmerkelijk hoger is dan rechts om op het steenslagpad te komen en dat dan zonder aanloopstuk om snelheid te maken leverd geheid doorslippende voorwielen op. Later vertelde Ineke dat het linkervoorwiel van de auto zeker 30 cm los kwam van de grond dus dan heb je met een voorwiel aangedreven auto totaal geen aandrijving meer. Na een paar keer proberen en een al behoorlijk stinkende koppeling plan B in werking gezet. Dat hierbij de afvoer van het wc wasbakje stuk ging is jammer maar gemakkelijk op te lossen. Plan B hield in om niet richting links te gaan waar de uitgang is maar naar rechts wat geleidelijker gaat en vervolgens het hele span achteruit met een S in het pad en oplopend rakelings langs een muurtje op een grasloos stuk uit te komen. Van daaruit snelheid gemaakt met een haakse bocht naar links stijl omhoog met constant doorslippende wielen om meteen de weg op te duiken. Uit veiligheid zou Ineke mogelijk verkeer tegenhouden. Na de Clio even rust gegund te hebben begonnen aan onze verplaatsing voor die dag richting Saint Florentin (tussen Auxerre en Troyes). Een rit van bijna 500 km.
Niet alleen wij moeten af en toe van eten en drinken voorzien worden onderweg maar ook de auto natuurlijk willen we tenminste niet stil komen te staan. Bij een tankstation (ik weet niet meer waar precies) waar brandstof kennelijk erg voordelig was gezien de drukte moesten we voorzichtig laveren tussen de diverse pompen zo smal als het was. Na het tanken moest je via een “slangroute” die ook al aan breedte te wensen overliet naar een kassahokje om te betalen.
Het kastje waar het pinautomaat aan hing stak behoorlijk uit en net als bij de tolpoortjes op de snelweg lijken je armen dan altijd tekort om goed te kunnen scannen. Jullie voelen hem al aankomen…….laat nou het allerlaatste stukje van de caravan (de voortent rail) precies de hoek van dat kastje raken. Dus geheel ongeschonden kwamen we daar niet weg maar ook dat is na de vacantie wel weer te overzien. Voorlopig voor onderweg doet ductape wonderen toch.
In Saint Florentin (ja dezelfde camping als op de heenreis na de eerste reisdag) de caravan aangekoppeld gelaten voor die ene nacht. En dan de slotdag natuurlijk. Wederom een rit van bijna 500 km om in Etten Leur terug te zijn.
Terug en samenvattend achterom kijkend kunnen we terugzien op een zeer geslaagde vacantie met als hoofddoel natuurlijk Frean met overwegend mooi tot heet weer uitgezonderd de 2 dagen in het uiterste puntje van Zuid/West Galicie (A Guarda) hebben we 5.967 km onder de wielen door laten gaan met 546 liter brandstof getankt te hebben en 11 verschillende campings waarvan camping FREAN ons het langst en het voordeligst onderdak geboden heeft.
Natuurlijk zondagavond even koffiedrinken in Fijnaart waar onze andere nazaat met zijn gezinnetje woond. Ook dat is weer leuk natuurlijk met aansluitend je eigen bed te mogen begroeten.
De day after begint natuurlijk het uitmesten en schoonmaken van de auto en caravan met ook een spoedbezoek aan een hospice waar een goede vriendin van ons sinds zondag verblijft. Over haar slechte toestand hebben we eerder in onze verhalen iets verteld.
Afsluitend hopen wij dat jullie als lezers wellicht ook genoten hebben van ons reisverslag en zullen we maar zeggen wellicht tot volgend jaar.
Hola en benos dias,
Ton en Ineke