Gevonden archeologische schat

Vooraf:

Eind 1996 kochten Ineke en ik vanuit het niets een totaal verwaarloosde boerderij in het noordelijk buitengebied van Etten Leur genaamd de Zwartenbergse Polder.

Iedereen verklaarde ons voor gek aangezien we een 10 jaar oude nieuwbouw 2 onder 1 kap in Prinsenbeek bewoonde. Maar Ineke’s droom was altijd “om een boerderijtje aan de rand van het dorp” te willen bewonen. Op een zaterdagmiddag was het kijkdag, niet bepaald aan de rand van het dorp en uiterlijk de vrijdag erop om uiterlijk 12.00 uur moest een schriftelijk bod uitgebracht worden. Om exact 11.55 uur stonden we hand in hand voor de deur van de makelaar en zeiden we tegen elkaar “daar gaan we dan en springen in het diepe. “we komen boven of verzuipen”. Enkele dagen later hoorde we dat wij de bouwval gekocht hadden. O ja toen moesten we met spoed ons huis zien te verkopen. Op 22 december, onze trouwdag, tekende we bij de notaris en kon het grote avontuur beginnen. Enkele dagen om de boel binnen te ontsmetten om zo op 1e Kerstdag met onze zonen Rob en Billy door te brengen en 2-de Kerstdag voor te bereiden. We hadden namelijk besloten om een open dag te houden voor familie, vrienden, kennissen en toekomstige buren uit de polder. In een leeg huis dus. Onze stoutste verwachtingen werden overtroffen aangezien op het eind van de dag de teller op ca. 125 bezoekers stond. Natuurlijk was het belangstellend maar vooral ook nieuwsgierigheid van vele. Rob gaf rondleidingen door en rond het pand en Billy stookte de open haard flink op wat wel nodig was met een gemiddelde temperatuur van ca. – 7 graden. Gezellig was het zeker en gezien de cadeaus wenste iedereen ons vooral VEEL sterkte. De buren uit de polder, vooral boeren, wilde ook en vooral weten wat voor “vlees” ze in de buurt kregen. Wat toen al naar voren kwam vanuit de buurt was dat we ons niet te veel vanuit de gemeente voor moesten stellen omdat die nauwelijks wisten waar de Zwartenberge polder lag. Het waren dat soort opmerkingen die mij ontlokte tot de opmerking “dat ik daar verandering in zou brengen”. Natuurlijk als geintje bedoeld maar het heeft toch wel iets losgemaakt.

Historie:

Vrij snel nadat we het pand hadden ontdekte we een “eerstesteenlegging” in de voorgevel. Het koste wat moeite om te ontcijferen wat er op de ernstig verweerde steen stond. We kwamen erachter dat de steen gelegd wat door J.C. van Aert in 1852. We wisten nu dus hoe oud het pand was. Veel later kwamen we erachter dat het pand een voorloper had gehad op hetzelfde perceel maar dan ca. 125 meter landinwaarts en dus verder van de weg af. Nog veel later achterhaalde we dat deze van Aert pastoor is geweest in Terheijden. Laat Ineke en haar moeder daar nu juist geboren zijn. Nog toevalliger is dat haar oma toen zij als weduwe voor de 2-de keer trouwde nu juist door die pastoor getrouwd is. Je zou kunnen zeggen “wij waren voorbestemd om in deze boerderij te komen wonen”.

Steeds meer, naast ons kluswerk, wat uiteindelijk 11 jaar geduurd heeft, ben ik me gaan verdiepen in alles wat ooit met de polder te maken heeft gehad. In 2002 was ik zover dat ik voor het eerst iets op schrift gesteld heb over allerlei geschiedkundige feiten en toenmalige inwoners van de polder maar meer specifiek over onze boerderij. De brochure kreeg de titel “150 en 5 jaar na dato”. Het pand was toen immers exact 150 jaar oud en wij woonde er 5 jaar. Het is rond die tijd geweest dat een van de buren een opmerking maakte over dat hij op bepaalde stukken van zijn land aan de andere kant van de polder altijd na het ploegen steenresten aantrof. Omdat mij dat verbaasde op de plaats die hij duidde ben ik op een zaterdagochtend in 2003 samen met hem naar het bewuste stuk land gegaan wat er toen gelukkig braak bij lag. En inderdaad er lag nogal wat steenslag. Echter geen puin zoals je dat in polder wel vaker ziet om paadjes of toegangen tot land berijdbaar te houden maar wat ik zag waren allen resten van zogenaamde IJsselsteentjes. Mijn tipgever kon zich echter niet herinneren dat daar ooit een weggetje gelegen zou hebben en ik ook niet op basis van mij bekende oude kaarten of zoiets. Op enig moment kijk ik vanuit de lager gelegen polder waar wij stonden naar de naastgelegen dijk. Het valt mij op dat op een bepaalde plaats de zijkant van het dijklichaam een verzakking vertoonde. Mijn tipgever was dat nooit eerder opgevallen maar ik kreeg een mogelijk helder moment wat ik op dat moment nog niet vertelde. Ik was namelijk in het bezit van een oude getekende polderkaart uit 1680 waarop op een bepaald punt “Nieuwe Sluis” vermeld stond. Zou dat er iets mee te maken kunnen hebben? 

Thuisgekomen heb ik meteen mijn pioniersschopje gepakt en ben teruggegaan naar de bewuste plaats maar nu op de dijk. Waar de krommingen van de verzakkingen in de zijkant van de dijk ophielden ben ik voorzichtig wat grond weg gaan schrapen en binnen de kortste keren kom ik aan beide zijden gemetselde fundamenten tegen. Ik heb slechts een klein stukje blootgelegd omdat anders de zaak, als het zo blijft liggen, gaat eroderen. Ik kan jullie vertellen dat mijn bloeddruk behoorlijk gestegen was. Ik had naar mijn gevoel “een schat ontdekt” zijnde de restanten van een sluis(je) van 1635. Daarna heb ik destijds veel tijd besteed om allerlei instanties te benaderen zoals, gemeente, heemkundekring, waterschap tot aan provincie om proberen te bewerkstellen dat er nader onderzoek gedaan zou gaan worden. Helaas wat ik ook deed resultaat werd er niet behaald. Uiteraard heb ik wel het een en ander verwerkt in mijn boek wat ik destijds geschreven heb (500 jaar Zwartenbergse Polder) en was het altijd een markant stop/informatiepunt tijdens mijn historische rondleidingen die ik jaren gegeven heb.

Verzakking in zijkant van de dijk

Ergens in 2022 kreeg ik documentatie onder ogen in het kader van het project dijkverzwaringen in West-Brabant. In het gedeelte wat handelde over de Zwartenbergse polder kwam ik tegen dat er archeologisch onderzoek gedaan was en dat er geen nader onderzoek gedaan hoefde te worden omdat er “niets waardevols” te vinden zou zijn. Uiteraard ben ik met dit gegeven wederom diverse instanties gaan “bewerken”. Al gauw bleek dat er alleen maar archeologisch bureauonderzoek gedaan was. Het heeft nogal wat voeten in de aarde gehad om uiteindelijk voor elkaar te krijgen dat de Dijkgraaf van Brabantse Delta besliste dat er wel degelijk een nader veldonderzoek moest komen en dat ik daar zelfs bij mocht zijn.

Op 18-19 Januari 2023 was het zover dat professionele archeologen (4 man sterk) de dijk zowel met de hand als met behulp van een kraan open gingen leggen. Ik was erbij en werd zelfs uitgenodigd om mee te helpen als ik zin had. U kunt wel raden wat mijn besluit was natuurlijk ook was het een beetje afzien bij temperaturen van rond de 0 graden in het open veld met behoorlijk wat wind. De euforie van wat er uiteindelijk uit het dijklichaam tevoorschijn kwam was er niet te minder om. Alles werd door de professionals uiteraard ingetekend, opgemeten en gefotografeerd om het later in een rapport vast te kunnen leggen. Helaas was vooraf bekend dat het geheel na het onderzoek weer toegedekt zou worden en voor eeuwig onderdeel uit zou blijven maken van de verhoogde en verstevigde dijk.

Wel is afgesproken dat er op enig moment een informatiebord ter plekke geplaatst gaat worden. Op 20 maart j.l. was het dan zover en mocht ik samen met iemand van het bestuur van het waterschap het bord officieel onthullen.  Voor mij is hiermee een periode van 19 jaar afgesloten en heb in ieder geval bereikt dat er iets blijvend te zien is van wat onze verre voorouders (bijna 400 jaar geleden) uitgevoerd hebben.

Voor wie meer wil weten en zien ga naar:   

https://www.brabantsedelta.nl/nieuwe-sluis-zwartenberg

Via de link is het hele rapport incl. tekeningen, foto’s etc. te downloaden.